Onderzoek

Onderzoeksvraag

Allereerst onze onderzoeksvraag: “Bij welke temperaturen geleiden de zouten NaCI en MgSO4 (natriumchloride en magnesium sulfaat) het best?”

 

 Opstelling

Om dit te onderzoeken hebben we de opstelling van het plaatje hiernaast gebruikt.

We hebben gebruikt gemaakt van een voedingskastje, een ampèremeter en een voltmeter.

De ampèremeter is in onze stroomkring in serie geschakeld, omdat we de stroom willen weten die er doorheen gaat. De voltmeter daarentegen staat parallel geschakeld, dit is omdat we de spanning die er over heen staat willen meten.

Stroomkring

 

Om de stroomkring te verduidelijken staat die hier nog een getekend:

Het kruisje staat voor de weerstand, in dit geval de zoutoplossing.

De V en de A staan respectievelijk voor een voltmeter en een ampèremeter.

 

Om de stroom door de zoutoplossing te meten hebben we in maatbekers 50 gram zout gedaan en 100 ml water (3maatbekers van elk zout). We hebben van beide zouten een zoutoplossing gemeten op kamertemperatuur, van beide zouten een zoutoplossing op ongeveer 15° Celsius en van beide zouten een zoutoplossing van ongeveer 50° Celsius.

De resultaten van de meting staan onder het tabblad resultaten en de resultaten zijn meteen doorgerekend naar geleidbaarheid.

 

 

Het meten is als het volgende verlopen: de 2 polen die op de bovenste foto staan die hielden we in de maatbeker met de desbetreffend zoutoplossing, zodat de stroom door de zoutoplossing ging lopen. Als de stroomkring rond is dan kun je de beide meters aflezen en de resultaten noteren. De “twee pinnetjes” zijn koolstof-elektroden. We gebruiken die, omdat die bijna geen weerstand hebben, zodat ze het meetresultaat zo weinig mogelijk beïnvloeden.

 

Maar waarom meten we de stroom bij een zoutoplossing en niet gewoon zout in vaste vorm? Dit doen we, omdat als je zout oplost in water de sterke molecuulverbindingen uiteen vallen. Het zout valt vervolgens uiteen in een positief en een negatief geladen ion. In deze toestand kan het zout stroom geleiden en niet in vaste vorm. In zoutoplossing kunnen de ionen zich vrij rond bewegen. De negatief geladen ionen gaan dan naar de positieve pool en de positief geladen ionen gaan naar de negatieve pool. Dit zorgt er voor dat er een stroom gaat lopen en dat het kan geleiden. In vaste toestand kan dit niet, want dan zitten de ionen zo stevig aan elkaar vast dat ze zich niet kunnen bewegen, er kan dan gaan lopen. In vaste toestand geleidt zout dus niet!